Kunstenaars Ludo Engels en Stefaan Quix slaan de handen in elkaar voor een installatie die hun dialectische denken over het ruimtelijk aspect van geluidskunst kristalliseert. De analoge binnenkant van mediale en digitale machines wordt gedeconstrueerd tot hun antithese: een glorieuze explosie van bricolage, een schizofrene ontploffing van rommel en geluid die zowel zwaartekracht als ruimte negeert.

In de installaties van Ludo Engels spelen karakteristieken van de plaats van opstelling - zoals ruimte, (zon)licht en schaduw - steeds een belangrijke rol. Zijn werk is conceptueel in de zin dat hij de ons vertrouwde manier van waarnemen tracht te ondergraven. Hij blijft steeds trouw aan een sterk intuïtieve manier van werken. Stefaan Quix is actief tussen verschillende velden in. In zijn postminimale oeuvre zijn geluid, kleur, compositie, ruimte en mathematica met elkaar verbonden.