Toon Coussement, Joris Verdoodt, Gino Bulcke

Het grootste deel van het piano-oeuvre van componist Carl Czerny (1791-1857) is een opmerkelijke artistieke daad: het mechaniseren van zowel het pianospelen als het compositieproces zelf. Het pianospelen wordt gereduceerd tot het ontwikkelen van een soepele vingertechniek. Die études (soms letterlijk études de mécanisme genoemd) ontberen elke compositorische pretentie, officieel dienden ze enkel als voorbereiding op het echte werk. Pianisten als Liszt en Chopin dompelden zich fanatiek onder in dit modernistische trainingsprogramma en creëerden zo het 19de eeuwse virtuozen- fenomeen. De magie van het pianorecital had ook te maken met het één-vleugelige instrument dat in zijn ingewanden een uiterst ingenieuze mechaniek verborg.

Tijdens dit concert gaan enkele composities van Czerny in dialoog met Croene’s Le Piano Démécanisé, waarbij de piano wordt ontdaan van zijn mechanische componenten. De digitale mechanica van de pc vervlecht beide concepten met virtuele synchroniciteit in elkaar. Het concept van Le Piano Démécanisé saboteert zowel het instrument als de academische opleiding van de pianist. Als deze intuïtieve, gedemecaniseerde muziek bovenop de mechanische Czerny études geplaatst wordt, ontstaat er in theorie een sublieme pianoromance. De vleugelpiano levert de rationele structuren van hypervirtuositeit, Le Piano Démécanisé bevrucht dat strak kader met de hypersensuele, ongedempte resonanties uit de primitieve onderbuik van de piano.

met support van Logos Foundation (Kristof Lauwers)

Kijk hier naar de reportage op Cobra.be